Als kunst en geloof samenkomen.
In veel kerkgebouwen zie je beelden en schilderijen. Ook de
kerk gebouwen zelf laten zien hoe kunst en geloof samenkomen in de vormgeving
van het gebouw. Door de eeuwen heen zie je grote verschillen en ervaar je hoe
de cultuur en het denken over geloof invloed hebben op kunst en vormgeving. Het
altaar heeft een belangrijke plaats in de katholieke kerkgebouwen. Het altaar
herinnert gelovigen aan het graf van Christus. Iedere mis wordt dit laatste
avondmaal van Christus herdacht in de viering met brood en wijn. Brood, de
hostie en wijn worden bewaard in gouden of zilveren kelken in het altaar dat
vaak prachtig versierd is met edelstenen. Kostbare rituele voorwerpen zie je
ook in de Joodse eredienst. De rollen met daarop de handgeschreven Thora en de
Tien Geboden zitten in een fluwelen beschermhoes vaak geborduurd met gouddraad
en parels. De rollen zitten in speciale kasten
die rijk versierd zijn met zilver, goud en edelstenen als teken dat de
Thora het Woord van God is. Kunst heeft een rituele functie. De kostbaarheid
van de voorwerpen roepen respect en eerbied op. Emoties van eeuwigheid en
goddelijkheid. Soms wordt de kunst zelf heilig. Dat zie je bij Iconen. De
schilder die een vergulde afbeeldingen van bijvoorbeeld de Maagd Maria met haar
Zoon Jezus schildert vast en bid tijdens zijn werk en vraagt de zegen van God.
Tijdens het schilderen ervaart hij dat God zijn hand leidt als hij een icoon
schildert. Als kijker vraagt het icoon van jouw diezelfde eerbiedige houding
alsof God jou aankijkt in het werk.
Kunstwerken en dus ook de kunstenaars staan in dienst van
het geloof.
Kunstenaars laten in
kunstwerken zien waar het geloof over gaat. In de Bijbel staan boeiende
verhalen. Hoofdpersonen maken spannende dingen mee. Kunstenaars laten zich
inspireren door gebeurtenissen die in de Bijbel staan en die betekenis geven
aan je geloof. Vroeger werd kunst ingezet om verhalen te vertellen en grote
voorbeelden te laten zien. Soms ook om macht uit te drukken. Dat zie je in
kerkgebouwen. Zij vormden vaak het duurste en machtigste gebouw in een dorp of
stad. Maar het was ook het gebouw waarin gelovigen samen kwamen en waar er voor
hen veel te zien was. Het gebouw gaf ook toegang tot het contact met God. Geloofsverhalen
werden verbeeld op schilderijen, in beelden, op glas-in-lood-ramen in
versieringen van het altaar, in de koepel, het plafond en op de wanden. In
rituelen en muziek ontmoeten God en mensen elkaar. Kunst moest een beeld van
God weergeven en de kunstenaar moest strikte regels volgen. In symbolen en
ordeningen. In composities en emoties. Tot in de loop van de eeuwen de cultuur
verandert en daarmee verandert ook de rol van de kunstenaar. De kunstenaar zelf
gaat bepalen hoe hij de personen en het verhaal uit de Bijbel schildert. Met als
gevolg dat er af en toe flinke meningsverschillen ontstaan over beelden en schilderijen
die geïnspireerd zijn op de Bijbel.
Michelangelo krijgt opdracht van de paus om het plafond en
de wand achter het altaar van de Sixtijnse Kapel te beschilderen. Van 1508-1512
werkt hij daaraan. Op het plafond schildert hij het scheppingsverhaal. Hij
schildert God als een oude man met witte baard en wit haar. Omringt door
engelen. Hij strekt Zijn hand uit en raakt bijna het topje van de uitgestrekte
arm van Adam. Adam is een jonge volwassen man. De beide lichamen lijken sterk
op elkaar. In de Bijbel staat dat God de mens schept als zijn evenbeeld.
Door God af te beelden met zo'n menselijk uiterlijk wordt
volgens sommigen hiermee zijn goddelijk wezen ontkent. Toen de paus die
opdrachtgever van de schildering van de Sixtijnse kapel was overleed maakte
zijn opvolger zich bijzonder ongerust over de 400 naakte mannen die
Michelangelo had geschilderd. Het probleem werd opgelost door de schilder Da
Volterra die keurige doekjes over alle schaamtevolle lichaamsdelen
schilderde.
Ook het tweede gebod zorgt voor verschillende meningen over
het verbeelden van God. In het tweede gebod staat: Maak geen godenbeelden. Geen
afbeeldingen van iets in de hemel of iets op de aarde enz.
Is dat een rechtstreeks verbod aan kunstenaars?
Omdat de kerk tot aan de Renaissance opdrachtgever voor de
kunstwerken in de kerken was legde de godsdienst regels op aan kunstenaars. Door de
opdrachtgever werd het onderwerp, de materialen, de compositie, de emotie enz.
bepaald. Er worden voorbeelden gegeven en er ontstaan vaste patronen voor
afbeeldingen. Zo kon er geen verwarring ontstaan over symbolen, gebaren en bedoelingen van het kunstwerk.
Toen de eerste christenen door de Romeinen werden vervolgd
maakten ze gebruik van "geheime" symbolen zoals het Ichtus teken. Pas
rond de 5 de eeuw toen onder Alexander
de Grote het christendom de officiële godsdienst van het Romeinse rijk werd
zien we Christus op afbeeldingen. Hij wordt afgebeeld als Koning, zittend op
een troon. Zijn rode mantel lijkt op de mantel van een Romeinse keizer.
Hij heerst over de wereld vanaf zijn
goddelijke troon in de hemel. De eerste beelden van Jezus zijn uit de 4 de
eeuw. Jezus wordt afgebeeld als herder die zijn verloren schaap heeft gevonden
en dit schaap nu op zijn schouder draagt.
De Reformatie in 1517 en de daarop volgende beeldenstormen
tussen 1522 en 1566 in Noord Europa veranderde veel in de relatie kunst en
geloof. Kunstenaars schilderden vanaf die tijd voornamelijk in opdracht van
rijke burgers. Zij zagen het liefst een landschap, een portret, een stilleven
of een interieur. Maar let op wat er dan gebeurt. Op een stilleven waarschuwt
de kaars om de tijdelijkheid van het leven te erkennen. Op een portret van
Vermeer heeft de vrouw een weegschaal in
haar hand. Het laat zien we weten ons leven gewogen. God beoordeelt goed
en kwaad. Maar hoe anders wordt dit oordeel afgebeeld in de Middel Eeuwen in
opdracht van de kerk door Jeroen Bosch, Lucas van Leyden, Jan van Eyck e.a.
In Italie waar de beeldenstorm en het protestantisme minder
invloed had zag je toch ook een verandering. De kunstenaars trekken zich minder
aan van de opdrachtgever. Ze staan voor hun persoonlijke stijl. Zo schildert
Caravaggio in 1600 de bekering van Paulus. Paulus ligt gevallen van zijn paard
machteloos op de grond verblind door hemels licht. Een gevallene in plaats van
een trotse getuige.
Hedendaagse kunstenaars krijgen geen opdrachten van kerken.
Kunstenaars geven zelf de verbinding van geloof en kunst in hun eigen werk
weer. De een volgt daarbij trouw de tradities terwijl anderen zoeken naar
nieuwe wegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten